TOUR DE FRANCE – DAG 19 – EEN GOEDE WEEK

In het vrijdagmiddagzonnetje dommelde ik even weg. Cavagna reed op kop en zou in het laatste uur wel bijgehaald worden om de weg vrij te maken voor de hongerige wolven van het sprintersbal. De telefoon rinkelde en ik schrok wakker. Een vlucht met Sagan, Bennett, Mezgec en Trentin en Arndt? Of stond het open Belgisch sprintkampioenschap op het programma, getuige de aanwezigheid van Stuyven, Van Avermaet en Naessen in deze vluchtgroep? Wuyts en De Cauwer wreven zich in de handen, maar die bleven leeg toen de finish in zicht kwam.

Zes dagen geleden won Søren Kragh Andersen de etappe in Lyon en ook nu sloeg de Deense hardrijder genadeloos toe. In amper vijftien kilometer fietste hij een minuut weg van zijn belagers en won zijn tweede etappe in deze Tour, en de derde voor zijn ploeg. 

Sagan reageerde op Trentin, Bennett op Sagan. Magneten die elkaar in een greep hielden, waar Kragh Andersen op het juiste moment voorbij dook en het ruime sop koos. Hij durfde niet te vertrouwen op de sprintkwaliteiten van zijn ploegmaat Arndt en dat was terecht met deze samenstelling van de kopgroep. De aanval was de beste verdediging en niet voor de eerste keer in deze Tour.

Eerdere succesvolle aanvallers in de Tour waren Alaphilippe (2), Lutsenko (6), Peters (8), Hirschi (12), Martinez (13), Kragh Andersen (14), Kämna (16) en Kwiatkowski (18), naast de bergop-overwinningen van de klassementsrenners. Allemaal relatief jonge avonturiers die ook de discipline van het tijdrijden goed onder de knie hebben. Het toont aan dat de kansen op succes niet afhangen van de aanwezigheid van een sprinter of klassementsrenner in je team. Hopelijk zien we dat beeld ook in de Giro en Vuelta. Waar we zeker van zijn is dat we een aantal Tour-etappewinnaars nog terug gaan zien in de Vlaamse en Waalse klassiekers, waar ook mannen als Naessen, Van Avermaet en Stuijven hun vizier nog eens scherp zullen stellen. Punten voor het ProTour-klassement zijn dit najaar goud waard.

Vanavond maken de mechaniekers overuren om de fietsen voor morgen te prepareren. Op de één-na-laatste dag mogen eindelijk de tijdritfietsen schitteren en dat mag gerust als een kras op deze ronde worden beschouwd. Slechts één contre-la-montre past niet bij de statuur van La Grande Boucle en doet ook onrecht aan de specialisten van deze discipline. Volgend jaar minimaal twee tijdritten, of de terugkeer van het ambacht van het ploegentijdrit. Vorig jaar zag ik met eigen ogen in Brussel hoe dat een dimensie toevoegt aan de diversiteit van een drieweekse koers.

Maar eerst morgen. Ik zet in op Dumoulin voor een unieke dubbel: de overwinning op La Planche des belles Filles en vrijdag de regenboogtrui op Imola. Op goede dagen staat er geen maat op Tom de tijdrijder; ik reken op een goede week.

Related Posts