De beste stuurlui staan aan wal

Ik zal het maar eerlijk zeggen; ik heb een glazen bol. Lees mijn blog van zaterdagochtend er nog maar eens op na. Ik noemde Stuijven, Pedersen, Alaphilippe, Trentin, Ballerini, Kooij, Kristoff, Van der Poel, Schelling en Pidcock als de renners-to-watch. Al deze renners zagen we in een bepalende rol van het koersverloop. Ik vrees dat geen enkele journalist of wielerkenner zoveel voorinzicht aan de dag wist te leggen en durf mijzelf die eer toe te kennen.  Chapeau Wilfried!
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat mijn glazen bol een beetje troebel is. Ik tipte Stuijven en Pedersen voor zaterdag en dat bleek een misrekening, die de Trek-coureurs een dag later piekfijn en uitgekiend herstelden. Een kniesoor die daar op let. Ik was intrinsiek de beste stuurman aan wal. Helaas staan de Scorito-bloemen vandaag bij iemand anders in de vaas op de salontafel. Op dat vlak spiegel ik me aan Mathieu van der Poel. De beste in koers, maar de onzichtbare Pedersen komt in de laatste kilometer voorbij piepen. Ach, zolang we ons maar amuseren.

Vorig jaar schreef ik over het gevoel van de Italiaanse lente in aanloop naar La Primavera. Het romantiseren van oplopende temperaturen, frivole voorjaarskleding en een prosecco op het terras brengen de sprankeling die een mens na een donkere winter nodig heeft. De wielerkalender symboliseert dit gevoel bij uitstek. Strade Bianche, een weekje Tirreno en dan de explosie van lente op de Poggio. Ascente en descente. Lente in optima forma. 

De Vlaamse lente is anders. Geen vlinder maar een gaai. Kasseien in plaats van slecht asfalt. Pintjes op tafel na hard labeur. ’t Is koers. Net als in Noord-Italië missen we het decor van volgepakte hellingen en uitgelaten tifosi. De hartgrondige vloek van Kristoff was luid en duidelijk op zender te horen. De Noor was in zijn nopjes met het koersverloop en zag zijn kansen schoon in de sprint. In ieder geval was hij de uitgelezen kandidaat om Ballerini nog enig vuur aan de schenen te leggen. De Italiaan werd nu geen strobreed in de weg gelegd. Alaphilippe, Asgreen en Senechal rolden de rode loper uit waarop Ballerini heerlijk kon uitbollen. Dat Sepp Vanmarcke derde werd in de sprint zegt genoeg. Hij was er zelf nog het meest verbaasd over.

Op zondag was het anders. Mathieu ging een keer flink op de trappers staan en er bleef alleen een Ecuadoriaan plakken. Jhonatan Narvaez liet vorig jaar in de Giro al zien dat hij een taaie rakker van het zuiverste soort is. In een Vlaamse koers verwacht je hem echter niet direct op de voorste rijen. Dat geldt evenzeer voor de verrassend sterk rijdende Noren van Uno-X. Zo werd het een zondag een spel van de vogel en de kat tussen de vluchters en de achtervolgers, waarbij het lijntje telkens veerde rond twintig seconden. De koers bleek uiteindelijk twee kilometer te lang om de vogel te laten vliegen en met minimale inspanning poetste Pedersen zijn erelijst op met een scherp eindschot. Op een manier die ik zaterdag al van hem had verwacht…

Ik verheug me alweer op de volgende zaterdag. De witte paden, het stof en de smalle straten in Siena. Nu wachten we op het duel tussen Julian, Mathieu en Wout. Voor de laatste begon vorig jaar hier een geweldige zegereeks. Ik voorspel dat hij dit jaar met minder genoegen zal moeten nemen.

Related Posts